Een vogelspin zag eens een mens.
Die mens dacht dat die vogelspin hem ging opeten.
De mens was bang. Hij trapte op de vogelspin.
Toen was die vogelspin dood.
Maar dan kwamen er meer spinnen aan.
De mens pakte een pan en hij sloeg met de pan op de spinnen.
Zo deed hij alle vogelspinnen dood.
Niels en Jasper
Sammie wou zijn spinazie niet opeten. Sammie zei: is er nog meer te eten? Hij ging naar het bos en de jager wou Sammie doodschieten. Maar Sammie rende heel hard weg.
Toen kon de jager hem niet meer pakken. Sammie vond toen wortels in het bos. Hij at ze op en was heel blij.
Benoit en Gustavo
Er was eens een monster. Dat monster had scherpe tanden.
Het wou de vlieg opeten. Die vlieg was geen gewone vlieg.
Het was een chocoladevlieg! Hahaha! Einde
Vitto en Romée
Er was eens een spin. Er was iemand die hem plat-trapte. Die man was bang van spinnen en had er vlug op getrapt. Toen ging de spin dood. De man vond het leuk want nu moest hij niet meer bang zijn.
Sebastijn en Stef
Mama konijn zei: Sammie, eet je bord spinazie leeg!.
Neen, ik lust het niet! Ik zoek zelf wel eten. Sammie loopt weg en hij valt over een steen. Hij ziet een blaadje. Hij eet het op en loopt naar huis. Hij zegt: Mama, ik heb een blaadje mee. Hij toont het aan zijn mama. Mama zegt: Dat is een blaadje spinazie. Zie je wel dat het lekker is! Sammie eet dan zijn bord leeg!
Maud en Gérôme
Jantje ging naar de winkel. Hij ging met zijn oma mee. Ze kochten een wortel voor het konijn van Jantje. Het konijn noemt Jas. Dan gingen ze naar huis. Ze gaven het eten aan Jas. Het konijn vond de wortel lekker.
Marthe en Fauve
De slang
Slang ging naar het bos.
Zijn vriend Vos was mee. Ze gingen verstoppertje spelen.
Vos moest Slang zoeken. Maar Slang zat goed verstopt! Hij zat in een hoge boom. Vos vond hem niet meer! Vos keek nog eens overal maar hij vond hem nog niet! Uiteindelijk vond hij hem toch. Het was toen al heel laat. Toen gingen ze weer naar huis.
Kobe en Emiel
Sammie zoekt eten. Nee, ik lust dat niet! Ik lust geen vlieg en ook geen dieren. Hij ziet een blaadje op de grond. Hij eet zon blaadje op en hij deed mmm. Hij loopt terug naar huis en hij ging naar buiten. Dan roept hij: ik vind het blaadje het allerlekkerst. Hij ging dan terug naar binnen!
Luna en Bodine
Er was eens een boek. Dat boek was heel erg duur. Iemand kocht het boek toch. Het was een meneer met veel geld. Thuis las die meneer het boek. Hij vond het niet zo mooi. Hij gaf het boek weg aan zijn buurman. Die hield veel van boeken. Hij las in het boek en hij vond het wel mooi. Dan heeft hij het boek in de kast gezet.
Mara en Chiara
Tommie moest spinazie eten van zijn mama. Bah, ik vind dat vies, zei hij. Bah, ik lust geen mug en ik lust ook geen kakkerlak. Ik lust wel
lekkere wortels. Toen ging Tommie naar het bos. Hij zag een kip. Hij schrok en hij rende naar huis.
Florence en Navajo
Een konijn ging naar zijn huis. Hij wou spelen. Toen kreeg hij honger. Maar alles was op en er zat niets meer in de frigo. Toen begon hij te huilen. Dan kwam zijn mama thuis en ze had eten mee. Het konijn at heel veel.
Vangelis en Elisa
Er liep eens een hert in het bos. Het hert had al heel veel gestapt. Het zocht zijn vriend. Het hert had honger. In het bos liep nog een hert. Ze gingen samen spelen. Het hert had geen honger meer.
Marie en Ivo