We bekeken wat we die dag geleerd hebben (we deden dit in twee groepjes). Je merkt, we hebben veel bijgeleerd, hé!
- De worm eet graag voedsel op met schimmel erop. Schimmels helpen het eten verteren en dat maakt het dan zachter (Iben).
- Je mag geen plastic of glazen flessen op de composthoop gooien want dat eten ze natuurlijk niet (Siel).
- We deden ook een proefje met een potje water en punaises. De punaises waren zogezegd de beestjes. Ze konden op het water drijven en lopen (Tatjana).
- Op het water ligt precies een laagje waarop die beestjes kunnen lopen (Dries).
- Je moet de composthoop af en toe eens verscheppen zodat er terug veel lucht tussen komt (Michiel).
- Ze eten graag groenten, fruit en blaadjes (Léonie).
- De worm is ook vrienden met de pissebed (Michiel).
- De compostworm kruipt diep onder de blaadjes, hij houdt van het donker (Dries).
- We leerden ook veel bij over prooien en roofdieren (Louise).
- We hadden het over dieren die mensen goed helpen. Er zijn ook zo'n diertjes die we bijna nooit zien omdat ze bijna altijd in de grond zitten. Jerom compostworm is zo'n dier. We leerden dat hij gespecialiseerd is in afval eten van de composthoop.
- Die compostwormen eten van wat er op de composthoop ligt en dan doen ze kaka en dat heb je compost. Je kan dan die compost gebruiken als voedsel of mest voor de planten in je tuin (Dries).
- De wormen verstoppen zich onder de bladeren, ze zijn ook klein (Cato).
- Een snoek eet dieren van z'n eigen soort op, hij eet dus ook kleine snoekjes (Léonie).
- De mol eet de regenworm op, De reiger eet vissen en ook kikkers (Iben).
- Het koolmeesje eet wormen (Michiel).
- De roofvogels eten muizen op (Dries).
- De kikker eet de vlieg op (Louise).
- De compostworm eet van de klokhuizen en de schillen (Siel).
- De spin eet de mug op en dan wordt hij zelf opgegeten door vogels (Dries).
- Roofdieren eten van hun prooien. Sommige prooidieren zijn ook roofdieren daarom moesten we ze dan in het midden hangen (Louise).
- De vos eet een konijn op (Léonie).
- Het konijn eet gras (Nina).
- De wolf eet kippen (Siel).
- De hermelijn eet muizen, hij heeft ook scherpe tanden (Michiel).
- We deden dan ook een spel met de bal en het ging over hoe appels groeien. Eerst had je de pitjes, daaruit groeide dan een boompje, dan kreeg dat boompje bloesems en dan kwam de bij met het stuifmeel en hij zorgde ervoor dat er daaruit een appeltje groeide en dan kwam uit de pitten van die appel weer een nieuw plantje (Michiel).
- Dat gaat telkens opnieuw en opnieuw (Nina).
- Toen we dat proefje met water en punaises deden, toen leerden we dat als er zeep in het water komt, het laagje op het water stuk gaat en dan verdrinken de beestjes (Sarah).
- We moeten zorgen dat er zo weinig mogelijk zeep in de natuur komt (Nina).
- We hebben ook zelf een compostworm gemaakt met Karen, dat was niet veel werk hé (Siel).
- We moesten ook buiten schrijfjes gaan zoeken. Er waren groene en rode (Tatjana).
- De groene vonden we niet zo snel terug als de rode. Dat kwam omdat je de groene niet goed kon zien in het groene gras (Iben).
- Sommige dieren zijn ook zo gecamoufleerd (Michiel).
- We deden nog andere spelletjes: een memory, het spel van de roofdieren en de prooidieren (Tatjana).
- In de composthoop wonen ook nog andere dieren zoals de duizendpoot, de regenworm, ... (Léonie).
- Eerst hoorden we een verhaal over Jerom de compostworm. Hij had een kroontje aan want hij was jarig (Thibo).
- Hij was ook bevriend met regenwormen en pissebedden (Bente).
- In de herfst vallen de blaadjes van de bomen. De worm houdt van de blaadjes en hij zorgt ervoor dat dit compost wordt. Hij houdt wel niet van fel licht (Mathijs).
- We speelden spelletjes met Jerom, bvb wat vindt hij wel en niet lekker en wat mag er op de composthoop (Thibo).
- We leerden ook veel bij over prooidieren en roofdieren, sommige dieren waren het alletwee (Colin).
- We speelden ook zoekspelletjes (Yermo).
- We leerden ook over appels: eerst de pitjes, dan de plantjes, dan de bloesems, dan de bijen met het stuifmeel en dan de appel en dan begint alles opnieuw (Thibo).
- De snoek eet andere snoekjes op, de vos eet konijnen (Runa).
- De kikker eet muggen (Yermo).
- Roofvogels eten mussen en muizen (Lucas).
- De reiger eet de kikker op (Mathijs).
- De roofvogels eten ook konijnen (Thibo).
- Sommige dieren kunnen zich goed camoufleren: dat zorgt ervoor dat ze niet erg opvallen en dat ze dus niet opgegeten worden (Mathijs).
- Zeep in het water zorgt ervoor dat de diertjes doodgaan (Bente).
- Jerom zorgt ervoor dat de compost voedsel is voor de planten (Runa).
- We speelden spelletjes en maakten een voedselweb (Colin).
- Er bestaan roofdieren en prooidieren (Lucas).
- Uit de pitjes van de appel komt een nieuwe appel (Yermo).
- Je moet af en toe de composthoop op het plekje ernaast scheppen zodat er veel lucht in komt (Mathijs).
- Sommige dingen zoals brikjes mogen niet op de composthoop (Bente).
- Flessen mogen er ook niet op (Yermo).
- Jerom heeft nog veel andere vrienden: zoals Kimmel Schimmel en Colet Pissebed (Mathijs).
- Jerom houdt ook niet van plastic (Lucas).
- We moesten schijfjes zoeken: groene schijfjes vallen wel niet goed op in het gras (Runa).
- We speelden ook het spel van de roofdieren en prooidieren, je moest veel lopen (Colin).
- De kat eet de mus en de mus eet de wormen op (Lucas).
- De mol eet de wormen, de spin eet de mug op (Mathijs).
- Brikjes moet je in de pmd-zak gooien (Mathijs).
- GFT betekent groenten, fruit en tuinafval (Niels).
- Spuitbussen mogen niet op de composthoop (Niels).
- Schillen mogen er wel op (Runa).
|