De Reuzenrun gaat door op zondag 25 september 2011!
Vragen? Stuur een mailtje naar klas5@reuzenhuis.be!
Programma 2010:
13u00 start inschrijvingen
13u30 start kidsrun (we lopen per geboortejaar, iedereen ontvangt dezelfde prijs)
14u15 forum (tot 14u45)
Elk goed doel wordt voorgesteld. Tussendoor is er wat zang en dans.
15u00 start jogging (3km)
16u00 start 6 en 9 km
17u30 veiling (spullen BV's, kunstwerken klassen, waardebonnen)
Doorlopend kindertombola - 50 cent voor een lotje - altijd prijs
Kinderanimatie : schminken / stoepkrijt / kinderdans / zumba (kindersessie: € 1, sessie volwassenen: € 3)
Er worden ook veel hapjes en drankjes voorzien!
Voorstelling van de doelen
Doel 1: de zoutmijnkinderen
Meer info : http://users.telenet.be/zoutmijnkinderen/nederlands/
Doel 2 : straatkinderen in Bolivië:
ACTIE '6000 VRIENDEN VAN BOLIVIË'
1. BEDOELING VAN DE ACTIE
De bedoeling van de actie is 6000 mensen bereid te vinden elk minstens 10 ? te schenken om het project "De visie van straatkinderen op hun situatie" via het gebruik van "Sprekende Beelden", mogelijk te maken.
2. PROJECTOMSCHRIJVING
Bolivië heeft een oppervlakte van ruim 1 miljoen km2 en is daarmee het vijfde grootste land van Zuid-Amerika. Het landschap vertoont enorm veel contrasten en de bevolking is dun gezaaid (ongeveer 8 miljoen).
Bolivië kan "verdeeld" worden in 3 belangrijke gebieden: in het westen de hoogvlakte (Altiplano), centraal de valleien (Valles) en in het oosten en noorden de laagvlakte (Llanos).
Nog steeds vindt meer dan de helft van de Bolivianen werk in de agrarische sector. Op de hoogvlakte telen de kleine boeren vooral aardappelen, quinoa (inheemse graansoort) en tuinbonen voor eigen gebruik. Lama´s en alpaca´s zorgen er voor vlees en wol. In de valleien van Los Yungas en de Chapare zijn het vooral coca, maar ook (sub)tropische produkten als koffie, thee, cacao en fruit die verbouwd worden. Op kleine bedrijven in de valleien van Cochabamba vindt veeteelt plaats en worden aardappelen, granen, groenten en citrusvruchten verbouwd. In het dunbevolkte oosten van het land vindt men grootschalige rijst-, katoen- en sojaverbouw en veeteelt; op kleinere schaal worden er ook rubber en noten gewonnen; er is ook een belangrijke houtontwinningssector.
Doordat de kleine "campesinos" (boeren) werken binnen een zelfvoorzienende landbouw en niet voor de export, schonk de overheid nooit veel aandacht aan hen. De landhervorming van 1953 bevrijdde hen wel uit slavernij, maar middelen om zich sociaal en economisch op te werken, kregen de boeren nooit. Alle steun van de Boliviaanse overheid ging naar de middelgrote en grote boeren die voor de export produceerden.
De prijzen op de wereldmarkt en het Westerse landbouwbeleid, dat met forse subsidies de overproduktie van de eigen boeren stimuleert, vormen echter de grootste belemmeringen voor een werkverschaffende landbouwontwikkeling in Bolivië. Door de open grenzen is er een massale import van vooral granen en zuivelprodukten ontstaan. Vooral Europa en de Verenigde Staten dumpen hun landbouwoverschotten tegen sterk verminderde prijzen op, ondermeer, de Boliviaanse markt. De Boliviaanse boeren zijn niet meer in staat daartegen te concurreren met hun gewassen en produceren daardoor ook steeds minder.
Daarbovenop was er de laatste 20 jaar ook nog een rigoureuze bezuinigingspolitiek. Bolivië startte daarmee vanaf 1985 teneinde inkomsten en uitgaven in evenwicht te brengen. De sociale ellende die daaruit voortvloeide nam dramatische vormen aan met bijna desastreuze gevolgen eind 2003. Bolivië stond op de rand van een burgeroorlog. Sinds 2003 beginnen nieuwe politieke krachten te spelen in Latijns-Amerika. De sociale bewegingen worden belangrijker. In 2003, 2004 en tot in 2005 is de situatie van Bolivië sociaal maatschappelijk erg gespannen. De structurele armoede, de cultuurverschillen tussen de verschillende volkeren, de mijnwerkersproblematiek, de exploitatie van olievelden, de autonomie-wens van rijkere provincies, politieke machtsstrijd, enz. zijn elementen die constant voor conflicten zorgen. Basisorganisaties kregen steeds meer politieke kracht, om uiteindelijk in december 2005 ook de presidentsverkiezingen te winnen met de meerderheid van de stemmen.
In Latijns-Amerika komen voorstellen boven van internationale allianties. In het Boliviaanse geval hebben Cuba en Venezuela grote invloed op de nationale politiek. Er is een gebrek aan informatie over de mogelijke veranderingen op het vlak van de publieke politiek. Dat mondt uit in een onzekerheid wat de toekomst van de ontwikkelingssamenwerking en het krediet aangaat, en ook in verband met de continuïteit van bijna 20 jaar staatshervormingen. Er wordt druk gespeculeerd over de nieuwe toekomstkansen. Er is een nieuw scenario in de Boliviaanse context; sinds december 2005 hebben de sociale bewegingen een machtspositie; de regering is indigenistisch en populair. De noodzaak wordt dringender om het respect van interculturele relaties, sociale groepen en burgerparticipatie in een democratisch kader te versterken. En hier is een belangrijke rol weggelegd voor de Boliviaanse en andere NGO´s.
Er is in Bolivië nog steeds een ernstig probleem door het gemis van de toepassing van een legaal kader in decentralisatie en burgerparticipatie in een benadering die sociale gelijkheid nastreeft. De vooruitgang op het vlak van sociale politiek is evident, maar deze worden legitiem niet geaccepteerd en dus kunnen ze door grote bevolkingsgroepen die nog steeds in sociale uitsluiting en, incluis extreme, armoede leven, niet toegepast worden. Bovendien zijn er in Bolivië veel regionale verschillen op alle vlak, het gaat zelfs zo ver dat we kunnen spreken van regionalisme en racisme; er gaan stemmen op die Bolivië verdeeld willen zien in verschillende regio´s, er is confrontatie tussen de verschillende regio´s.
De noodzaak dat de sociale politiek op een grondige manier beantwoordt aan de politieke beslissingen van de gemargineerde bevolkingen, is pertinent. Daarom ontwikkelen Boliviaanse en andere NGO´s het "versterken van de partnerorganisaties in de actie geëngageerd burgerschap".
De sociale uitsluiting is de oorzaak en het resultaat van grote urbane en rurale bevolkingsgroepen die horen bij een productieketen zonder toegang tot informatie en participatie in het nemen van politieke beslissingen. Daarom zien we het noodzakelijk de participatie te versterken als een middel, als manier om houdbare veranderingen te bekomen tegenover de armoede en de sociale uitsluiting. Dit om de levenskwaliteit van de doelgroep binnen de projecten te verbeteren, wel met respect voor de huidige politiek in democratie.
De huidige functie van de NGO´s in Bolivië is met andere woorden het spelen van een rol in aanvulling van hetgeen de regering beslist; het is niet meer - zoals vroeger - een rol naast de regering, in de schaduw van de regering, het is nu meer een samen zoeken naar oplossingen.
Momenteel zijn er in Bolivië naar schatting 900 duizend kinderen die wonen, werken en slapen op straat. De meesten van hen "wonen" in de 3 grootste steden: La Paz, El Alto en Sant Cruz.
Veel van deze kinderen werken 12 tot 16 uur per dag in informele banen als schoenpoetsers, "roepers" in het openbaar vervoer, verkopers van snoep en
autowassers; zo "verdienen" ze ongeveer 1 dollar per dag. De meest kansarmen zijn gedwongen te bedelen en/of te stelen om te kunnen overleven.
De meest kwetsbare groep bestaat uit meisjes en jongeren die het slachtoffer zijn van discriminatie en misbruik; ze zijn blootgesteld aan het geweld op straat en zijn het slachtoffer zowel van de civiele gemeenschap als van de politie; hun rechten worden permanent geschonden.
Veel van hen zijn moeder op zeer jonge leeftijd en dat dwingt hen verantwoordelijkheden op zich te nemen waarvoor zij niet voorbereid zijn. Hun baby's zijn deel van een nieuwe generatie die verplicht is te leven op straat, zonder recht op een andere kans.
Bedelen en prostitutie zijn een constante in het leven van deze tieners. Zo worden onjuiste ideeën over seksualiteit gecreëerd en is er het onvermogen om hun eigen familie te hebben. Ze leven in extreme armoede, zonder toegang tot voedsel, onderwijs en gezondheidszorg en ze zijn gevoelig voor verschillende ziekten.
Ze vormen groepen per affiniteit die de familie vervangen. Om te overleven hebben deze groepen hun eigen gewoonten, jargon, codes, waarden en regels.
De meesten zijn ook niet bewust van hun situatie, ze hebben nooit andere mogelijkheden gehad...
Aan de hand van een methodologie die in het Engels "Photovoice" noemt - "Sprekende Beelden" - zijn er in Bolivië in de afgelopen jaren verschillende aangepaste ervaringen gerealiseerd rond uiteenlopende thema´s zoals bosbeheer en cultureel patrimonium.
De methodologie op zich is eenvoudig en vrij makkelijk toe te passen: mensen nemen foto´s van hoe zijzelf hun realiteit zien in relatie tot een bepaald thema.
Nu hebben we hier in Bolivië altijd gewerkt met "campesinos" (boeren), inheemse bevolkingsgroepen, ook met kinderen en jongeren... het komt er op aan een stem te geven - via de fotografie - aan bevolkingsgroepen die normaalgezien geen stem hebben...
"Sprekende Beelden" is in die zin een uitstekende manier om mensen te laten "spreken via beelden" die ze zelf hebben genomen en waarin ze vaak boodschappen leggen die alleen met woorden nooit tot hun recht komen. Bij elk beeld dat wordt genomen hoort ook een getuigenis, een geschiedenis over het wat, hoe en waarom van het beeld.
Binnen dit project is de idee straatkinderen van La Paz-El Ato en Santa Cruz "aan het woord" te laten en - via de fotografie - hun visie te geven op hun eigen situatie als straatkinderen.
De resultaten - de foto´s, de getuigenissen, de visies - zouden gebruikt worden om aan politiek lobbywerk te doen in de verschillende geledingen van de Boliviaanse overheid om tenslotte te komen tot, in de eerste plaats, een bewustmakingsproces én, in de tweede plaats, het zoeken naar oplossingen van deze ontoelaatbare situatie.
De bedoeling is ook vertaald en toegepast materiaal aan te maken voor België. We denken hier concreet aan tentoonstellingspanelen van de "Sprekende Beelden": van een selectie van de foto´s zouden er panelen aangemaakt worden met getuigenissen; deze panelen hebben in Bolivië een belangrijke functie in het divulgeren van de ervaring en van het project. We denken ook aan een boek over de systematisatie en beeldvorming van het project rond "Sprekende Beelden".
Dit materiaal zou onder andere kunnen gebruikt worden in scholen, uiteraard rond het thema straatkinderen, maar ook rond beeldvorming van andere culturen, van interculturalisatie, verder ook rond sensibilisatie en zelfs projectwerking.
3. WAT WIL HET PROJECT BEREIKEN?
De hoofdbedoeling van dit project ligt niet direct in de participatieve methodologie als dusdanig maar eerder in het feit dat dit soort werk een vertrekpunt is voor een bewustmakingsproces, eerst op kleine schaal met de straatkinderen zelf en daarna op regionaal en hopelijk op nationaal vlak.
Deze stap is op zich het vertrekpunt van een grotere projectie waarbinnen scholen, NGO´s, geledingen van de overheid, een belangrijke rol kunnen spelen. Dit zou dan het vertrekpunt kunnen worden van het ontwikkelen van initiatieven rond het oplossen van dit onderdeel van de Boliviaanse samenleving.
4. CONCRETE ACTIES
We willen zeker niet opnieuw het warm water uitvinden.
In Bolivië zijn er NGO´s (Boliviaanse en andere, ook Belgische) die werken rond en met straatkinderen. Het is de bedoeling om met hen samen te werken, ze hebben de ervaring en ze hebben - zeer belangrijk - reeds een vertrouwensrelatie opgebouwd met veel van de straatkinderen.
Zoals eerder gezegd zouden we werken in La Paz-El Alto en in Santa Cruz. In samenwerking met de organisaties moeten er deelnemers geselecteerd worden. Hier speelt het eigen initiatief natuurlijk een zeer grote rol; de deelnemers moeten willen.
Eenmaal we de deelnemers hebben, beginnen de workshops. Het gaat hier om een viertal workshops per groep.
Een eerste workshop draait rond de uitleg en methodologie van het project en een praktische les in fotografie, in deze workshop worden de fototoestellen ook uitgedeeld (we werken met "wegwerpcamara´s" omdat die makkelijk in gebruik zijn én goede resultaten hebben). De deelnemers hebben dan de tijd (een aantal weken) om hun foto´s te maken.
Een tweede workshop bestaat uit het ophalen van de toestelletjes en het optekenen van eerste indrukken (de meeste deelnemers hebben nog nooit foto´s genomen dus is het belangrijk getuigenissen op te tekenen van hoe zij hun werk ervaren hebben).
De foto´s worden ontwikkeld en we gaan terug voor een derde workshop rond gedachtenuitwisseling en selectie van de foto´s. Iedere deelnemer selecteert uit zijn foto´s deze die voor hem of haar best beantwoorden aan de thematische invalshoek, dit gebeurt aan de hand van getuigenissen over het hoe en waarom van de selectie. Daarna komen we samen in kleine groepjes waarin gediscussieerd wordt aan de hand van de individueel geselecteerde foto´s; de bedoeling is dat de groep een aantal foto´s kiest die voor de groep representatief zijn. Hier ook zijn de getuigenissen belangrijk. Tenslotte, op het einde van de derde workshop, hebben we de geselecteerde foto´s die deel zullen uitmaken van de tentoonstelling.
De vierde workshop is dus de tentoonstelling van de foto´s mét getuigenissen op groot formaat; de bedoeling is dat deze tentoonstellingen "rondreizen".
Deze tentoonstellingen zijn het uiteindelijke resultaat van de ervaring maar daarmee is de kous nog niet af; hier begint het politieke werk, het lobbywerk. Aan de hand van deze tentoonstellingen willen we een boodschap overdragen aan beslissingnemers op nationaal vlak, op overheidsvlak.
5. DE FINANCIËLE KANT
Om dit project mogelijk te maken is er natuurlijk geld nodig, altijd maar geld...
Afhankelijk van de financiering van dit project, kunnen we naar meer en betere oplossingen zoeken.
In eerste instantie hebben we gedacht aan minstens 60.000 ?. Dit geld zou gebruikt worden om het materiaal te kopen; de workshops te realiseren in La Paz-El Alto en in Santa Cruz; de verwerking en systematisatie van de resultaten; het aanmaken van de produkten (panelen, boek) in het Spaans en Nederlands.
De tijd die we daarvoor nodig hebben, schatten we op min of meer 2 jaar.
We denken eraan een speciale rekening te openen onder de naam "Straatkinderen" waarop de giften kunnen gestort worden en het project kan beginnen zodra er genoeg geld op de rekening staat.
Doel 3: Koester (thuisbegeleiding van kankerpatiëntjes)
Project gekozen door Freinetschool de Koorddanser.
Info te vinden op http://www.kinderkankerfonds.be/nl/realisaties/koester_37.aspx